College de OpMaat is een school voor leerwegondersteunend onderwijs op locatie die de regio ’t Gooi bedient. College de OpMaat is onderdeel van CVO ’t Gooi. In overleg met de gemeente Hilversum is besloten om vervangende nieuwbouw te realiseren op één locatie, welke gehuisvest is aan de Larenseweg te Hilversum.
De nieuwbouw van circa 3.800 m2 is voor de onderwijshuisvesting van 225 leerlingen, bestaande uit onderwijsvoorzieningen, een sporthal en reboundvoorzieningen. De onderwijsvoorzieningen zijn ruimten zoals instructieruimten, praktijklokalen, stafruimten en een aula.
De nieuwbouw is ontworpen als een geometrisch volume met een heldere plastiek. Inspiratie voor het ontwerp is een eigentijdse vertaling van de architectuur van Dudok in Hilversum. Het is een helder, stoer maar ook warm en tactiel gebouw met subtiele detaillering. Wij hebben gekozen voor een gemêleerde, sterk sprekende baksteen, met gele, bruine en oranje kleurnuances in combinatie met grote raamopeningen in een gecombineerd aluminium/hout kozijnsysteem. De plattegrond is nagenoeg spiegelsymmetrisch over de lengteas ontworpen, wat ook tot uitdrukking komt in de gevels: de kopgevels zijn elk verschillend, maar wel symmetrisch van opbouw, terwijl de voor- en achtergevel gelijk zijn, maar juist asymmetrisch. Het spel tussen symmetrie en asymmetrie geeft het volume een beheerste dynamiek. Basis voor het ontwerp is een rechthoekig hoofdvolume van drie verdiepingen, met aan de kopgevels overstekken over twee verdiepingen, respectievelijk ter plaatse van de instructielokalen en de gymzaal. In de langsgevels brengen deze overstekken dynamiek in het gevelbeeld. De gesloten gevels van de gymzaal en de grote gevelopeningen met diepe negge ter plaatse van de lokalen versterken deze dynamiek. Op de kopgevels zorgen de raamopeningen juist voor versterking van de symmetrische opbouw. De op de begane grond onder de gymzaal gelegen praktijklokalen manifesteren zich als een apart volume onder het hoofdvolume. Hierdoor ontstaat een dynamisch spel van gelede volumes, open en dicht, binnen een compact, geometrisch volume. De ramen van de praktijklokalen zijn opgevat als een grote ‘praktijketalage’, omkaderd door een rand van baksteen.
Blikvanger in het interieur is de grote trap met de ‘etalagewand’, waarin verschillende grote en kleine vitrines zijn opgenomen. De trap en het atrium ontvangen licht via een aantal daklichten, en zijn daarmee in alle opzichten het ‘hart’ van het gebouw. Alle klaslokalen ontlenen hun identiteit aan de eigen vloerkleur, terwijl in de vloer van de huiskamer al deze kleuren weer terugkomen in een vrolijk mozaïek. Als optie in het ontwerp is meegenomen de ‘houten loper’op de eerste verdieping, die zich uitstrekt vanaf het podium via de verdiepte aula naar de brede trap en de huiskamer. Het kleurgebruik is helder en licht, vrolijk en kleurig waar mogelijk en meer gedempt waar noodzakelijk.